Hadewych zingt
Hadewych maakt haar gang van ingang tot altaar, van het aardse naar het hemelse, en passeert daarbij veertien pilaren. Zij begint te zingen bij de derde pilaar.
Wat zij zingt...?
laat ik beginnen met
LIED I,
in de winter, alleen en koud:
.
.
1.
Ay, al es nu die winter cout,
cort die daghe ende die nachte langhe
ons naket saen een somer stout
die ons ute dien bedwanghe
schiere sal bringhen; dat es in schine
bi desen nuwen iare
Die hasel brinct ons bloemen fine
dat es een teken openbare
- Ay, vale, vale milies -
ghi alle die nuwen tide
- si dixero, non satis est -
om minne wilt wesen blide.
.
.
.
.
.
Wat zij zingt...?
laat ik beginnen met
LIED I,
in de winter, alleen en koud:
.
.
1.
Ay, al es nu die winter cout,
cort die daghe ende die nachte langhe
ons naket saen een somer stout
die ons ute dien bedwanghe
schiere sal bringhen; dat es in schine
bi desen nuwen iare
Die hasel brinct ons bloemen fine
dat es een teken openbare
- Ay, vale, vale milies -
ghi alle die nuwen tide
- si dixero, non satis est -
om minne wilt wesen blide.
.
.
.
.
.
2 Comments:
Ach, al is nu de winter koud
kort de dagen en de nachten lang
ons naakt weldra een koene zomer
die ons uit die druk
snel zal bevrijden; dat is merkbaar
in dit nieuwe seizoen
de hazelaar brengt ons frisse bloemen
dat is een sprekend voorteken
Ach het volstaat niet u
duizendmaal geluk, geluk te wensen
gij allen die in dit nieuwe seizoen
om de liefde blij wilt zijn
of:
Al is de winter nu nog koud,
kort de dagen, lang de nachten.
Al gauw komt weer een zomer stout,
ons verlossen uit dit wachten.
Dat blijkt reeds uit het nieuwe jaar
en 't bloeien van de hazelaar.
- Ay vale, vale milies -
Gij allen die in deze tijd
- si dixero, non satis est -
zo blijde om de Minne zijt.
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home